Ozon en hitte: we zitten in de waakzaamheidsfase! Wat betekent dit?

De waakzaamheidsfase van het Ozon- en Hitteplan wordt elk jaar geactiveerd van 15 mei tot 30 september. Dit is namelijk de periode waarin hittegolven en ozonpieken kunnen optreden. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan de temperatuur- en ozonvoorspellingen. Het KMI geeft zijn temperatuurvoorspellingen door aan Ircel, dat zijn eigen ozonmetingen en -voorspellingen heeft.


Ter herinnering: Het Ozon- en Hitteplan is opgesteld als reactie op de dodelijke hittegolf van 2003. Het doel is om België voor te bereiden op hittegolven, die door de klimaatverandering steeds frequenter worden, en om de bevolking te beschermen, waaronder specifiek de kwetsbare personen, die door de vergrijzing van de bevolking steeds talrijker worden. Dit plan bestaat uit drie fasen: de waakzaamheidsfase (elk jaar geactiveerd), de waarschuwingsfase (geactiveerd bij temperaturen boven 25°C gedurende meerdere dagen) en de alarmfase (geactiveerd op basis van strengere hitte- en ozoncriteria)​​. Dit wordt allemaal in detail uitgelegd in ons specifiek artikel.   

In dit artikel richten we ons op de concrete implementatie van het plan, met name tijdens de waakzaamheids- en waarschuwingsfase. Deze laatste is de afgelopen jaren meerdere keren per jaar systematisch geactiveerd (zie Stand van zaken jaar 2023). We zullen specifiek bekijken hoe informatie over temperatuur en ozonconcentraties tussen de verschillende partners wordt gedeeld, en hoe de informatieoverdracht op die manier de basis vormt van alle preventie- en communicatiemaatregelen van de overheden.   Dit plan is inderdaad een succesvol voorbeeld van een vruchtbare nationale samenwerking die een grote verscheidenheid aan actoren op verschillende overheidsniveaus omvat​​.

Bewustmaking en preventie: de Gemeenschappen in actie

Tijdens de waakzaamheidsfase is het doel om iedereen voor te bereiden op de zomer. In België zijn de Gemeenschappen verantwoordelijk voor preventie. Elke Gemeenschap heeft daarom bewustmakingsacties ontwikkeld voor hittegolven en ozonpieken. Deze acties zijn gericht op burgers, kwetsbare personen en professionelen die met deze personen in contact staan (verzorgingshuizen, ziekenhuizen, scholen, sportevenementenorganisatoren, enz.)​​.

In Vlaanderen fungeert de website warmedagen.be van het Departement Zorg als platform dat een reeks nuttige documenten bevat. Hier vind je flyers, posters, informatiebladen over de risico's (voor artsen of thuiszorg, bijvoorbeeld), en gidsen om een hitteplan op te stellen (voor organisatoren van sport- en culturele evenementen of voor verzorgingshuizen en scholen). Daarnaast heeft het Departement Zorg twee interessante tools ontwikkeld: een kaart van Vlaanderen met de hittegerelateerde sterfte per gemeente en een kaart met de hittekwetsbaarheid per gemeente (deze combineert oversterftegegevens met andere kwetsbaarheidscriteria zoals leeftijd of sociale status). Deze documenten worden verspreid via een nieuwsbrief van het Departement Zorg, via de kanalen van andere administraties (bijvoorbeeld die voor onderwijs of het agentschap Opgroeien), via lokale overheden en sociale media, enz.​​.

 In Wallonië is het AViQ die, onder meer via zijn website, verantwoordelijk is voor de bewustmaking van de bevolking en van de professionelen met kwetsbare personen werken. Op de website zijn flyers, posters en thematische fiches beschikbaar (voor ouderen, verzorgingshuizen, kinderen, evenementorganisatoren, daklozen, enz.). De adviezen worden ook uitgelegd met een educatieve video. Deze documentatie wordt verspreid door partnerorganisaties naar de betrokken doelgroepen: bijvoorbeeld Fédération Wallonie-Bruxelles voor scholen; SPW en OCMW's voor sociale hulp; en de ONE voor crèches en jeugdbewegingen​​.

De Duitstalige Gemeenschap en haar partner PRT publiceren alle nodige informatie op haar website: hoe jezelf te beschermen tegen hitte, welke risico's eraan verbonden zijn, enz.​​

In Brussel werken Vivalis en Leefmilieu Brussel nauw samen om de Brusselaars bewust te maken, met name degenen die in contact komen met kwetsbare personen. Dit gebeurt onder andere via brieven en posters die naar de partners van Vivalis worden gestuurd, zoals gemeenten, OCMW's, ziekenhuizen en medische huizen, of ziekenfondsen. Posters worden in juli en augustus in heel Brussel opgehangen. De websites van Vivalis en Leefmilieu Brussel bevatten uitleg over het plan, de impact op gezondheid en verschillende adviezen. De website van Leefmilieu Brussel bevat de kaart van hitte- en koelte-eilanden in de regio en een link naar de kaart met drinkfonteinen. De 19 Brusselse gemeenten worden ook proactief benaderd door Safe.Brussels om hen op het plan te wijzen en hun waakzaamheid te stimuleren​​​​.

Activatie van een waarschuwingsfase



Wanneer de criteria (zoals hier uitgelegd) zijn bereikt, wordt de waarschuwingsfase automatisch geactiveerd. Ircel verstuurt informatiebulletins naar haar partners  en verspreidt ook boodschappen op haar website als op X (het voormalige Twitter). Het doel is om de informatie zo snel en volledig mogelijk over te brengen. Dan begint het hele proces van informatieoverdracht om burgers, kwetsbare personen en professionelen die in contact staan met deze laatsten voor te bereiden en bewust te maken (ziekenhuizen, scholen, verzorgingshuizen, organisatoren van sport- of culturele evenementen, enz.). Tijdens de waarschuwingsfase nemen de Gemeenschappen deze rol weer op zich. Tijdens een alarmfase, die tot nu toe slechts één keer is geactiveerd, neemt de federale overheid de leiding​.

In Vlaanderen wordt de waarschuwingsmail naar maar liefst 20.000 ontvangers gestuurd (kinderdagverblijven, scholen, zorginstellingen, verzorgingshuizen, lokale overheden en alle abonnees van de nieuwsbrief) om hen te vragen actie te ondernemen en bestaande hitteplannen te activeren​​.

In Wallonië wordt de informatie ook naar zoveel mogelijk mensen gestuurd. Elk jaar vanaf 15 april wordt een waarschuwingsmelding gesimuleerd om te controleren of de verschillende berichten op de juiste plaats aankomen (vooral in verzorgingshuizen, waar het personeel elk jaar kan veranderen). Er wordt ook een beroep gedaan op andere partners zoals PEREX voor snelwegpanelen, de NMBS en TEC voor openbaar vervoer of zelfs influencers. Naast publicaties op sociale media wordt een waarschuwingsbericht ook verzonden via het Be-alert systeem​​.

De Duitstalige Gemeenschap stuurt ook waarschuwingsmails naar verzorgingshuizen, crèches, scholen, scoutskampen, enz. Er wordt een radiocommercial uitgezonden op BRF, het enige radiostation in de Duitstalige Gemeenschap van België, en een persbericht voor BRF en GrenzEcho​​​​.

Ook in Brussel worden campagnes uitgevoerd op sociale media. De applicatie Brussel Air, ontwikkeld door Leefmilieu Brussel, stuurt meldingen naar gebruikers om hen te waarschuwen. De waarschuwingsmails worden via Vivalis naar een reeks actoren gestuurd, zoals gemeenschapshuizen, residentiële diensten voor ouderen, thuisdiensten, enz. Safe Brussels neemt ook contact op met de coördinatie van het gemeentelijke noodplan​​​​.

Kortom, na het  voorbereidende werk tijdens de waakzaamheidsfase, is het tijdens een waarschuwingsfase tijd om voorzorgsmaatregelen te nemen, vooral voor kwetsbare personen. Het plan speelt hier een cruciale rol in het verspreiden van informatie, van Ircel en het KMI, die de voorspellingen en metingen doen, via de preventieve administraties naar scholen, verzorgingshuizen, ziekenhuizen of organisatoren van evenementen​​​​. 

 

Naarmate we de zomerperiode ingaan, houden we ons klaar. Het is echter essentieel om waakzaam te blijven: neem de volgende voorzorgsmaatregelen om jezelf en de meest kwetsbaren te beschermen:

  • drink meer water dan normaal (en zorg ervoor dat baby's, kleine kinderen en ouderen genoeg drinken).
  • vermijd alcohol en suikerhoudende dranken.
  • beperk lichamelijke inspanning zoveel mogelijk tijdens de heetste uren van de dag.
  • Sluit de gordijnen/rolluiken overdag en ventileer je huis ’s nachts wanneer het koeler is.
  • Verfris jezelf zoveel mogelijk (gezicht, lichaam).
  • Zoek de koele plekken in de stad op (bibliotheken, winkels, schaduwrijke parken, etc.).
  • Zorg voor ouderen en/of geïsoleerde personen die je kent of via bijvoorbeeld buurtwaarnemingsnetwerken.