
De afgenomen urinestalen werden verwerkt in het labo van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek in Mol. Onderstaand schema geeft weer hoe de urinestalen werden verdeeld. De haarstalen worden op kamertemperatuur bewaard. De urinestalen werden na verdeling ingevroren op -20°C en naar de labo’s gebracht. De overschotten worden bewaard in diepvriezers bij een temperatuur van -80°C. Daar zullen ze 10 jaar gestockeerd worden in een zogenaamde biobank.
In totaal werden bij 258 deelnemers urinestalen verzameld. Van elk individu werden er 5 tubes afgevuld voor labo-analysen. Indien er nog urine over was werden nog 6 tubes gevuld voor stockage in de biobank. Dit resulteert in bijna 2500 tubes, waarvan er ca. 1500 voor langere tijd gestockeerd worden en later kan beslist worden omeventueel bijkomende analysen van milieuvervuilende stoffen te laten uitvoeren.
Figuur: overzicht van de verdeling en bewaring van de urinestalen. In de urine van elk individu worden ftalaten, bisfenol A (BPA), triclosan (TC), cadmium (Cd), CR (creatinine) en cotinine (COT) bepaald