Nationale Cel en Tropisch Instituut op de uitkijk voor tijgermuggen

Open
Exotische steekmuggen zoals de tijgermug hebben zich door globalisering en klimaatsopwarming kunnen vestigen in Zuid-Europa en komen alsmaar dichter bij ons land. Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) gaat op zoek naar tijgermuggen op plaatsen waar de kans het grootst is dat ze ons land binnenkomen. Als de mug op tijd wordt opgespoord, kan ze beter bestreden worden. De monitoring kadert binnen het MEMO-project (Monitoring van Exotische Steekmuggen in België). Dit is een initiatief van de Nationale Cel Leefmilieu-Gezondheid, en maakt deel uit van het Nationale Actieplan Leefmilieu-Gezondheid (NEHAP).

De tijgermug (Aedes albopictus) is een klein en vinnig beestje dat naast pijnlijke beten ook virusziektes zoals dengue, chikungunya en Zika kan overdragen. De mug kent haar oorsprong in Zuidoost-Azië maar veroverde intussen Europa en Amerika dankzij het wereldwijde transport van goederen, de klimaatsopwarming en haar goede aanpassingsvermogen. De tijgermug is al jarenlang gevestigd in Zuid-Europa en komt nu ook voor in de Elzas in Frankrijk. Het verspreidingsgebied schuift steeds verder naar het noorden op. Het ITG vond eerder al sporadisch een tijgermug in België, maar tot nu toe lukte het de mug nog niet om te overwinteren en/of zich voor te planten. Ook in Nederland worden regelmatig tijgermuggen opgemerkt. Om te vermijden dat het beestje ook in België een vaste klant wordt, werd het Monitoring van Exotische Steekmuggen in België (MEMO)-project opgestart vanuit de Belgische overheden.                                                     

Een goede monitoring is cruciaal om te vermijden dat tijgermuggen zich in België kunnen vestigen. Als we op tijd in kaart kunnen brengen waar deze steekmuggen voorkomen, kunnen we ze beter bestrijden. We weten waar de kans het grootst is dat tijgermuggen het land binnenkomen en zullen daar als waakhond functioneren,” vertelt dr. Wim Van Bortel, ITG-onderzoeker en coördinator van het MEMO-project.

Importplaatsen

Het MEMO-project zal focussen op 23 importplaatsen verspreid over heel België. Dat zijn plaatsen waar exotische muggen mogelijk ons land kunnen binnenkomen, zoals bandencentrales, tuincentra,  havens en luchthavens. Als één van de 100 meest invasieve soorten, reist de tijgermug graag mee via tweedehandsbanden en lucky bamboo-planten. Het water dat in banden blijft staan of waarin de planten vervoerd worden, is een ideale afzetplaats voor de eitjes van deze muggen.  Ook luchthavens en havens worden gemonitord.

Enkele tijgermuggen in België betekent niet dat we ons aan een virusuitbraak mogen verwachten. “De tijgermug op zich vormt geen gevaar. Ze kan wel virussen van mens-op-mens overdragen. Hiervoor moet de mug eerst een persoon steken die besmet is met dit virus, daarna kan de mug dit virus naar een andere persoon overdragen. Deze virussen komen meestal het land binnen via een geïnfecteerde reiziger,” aldus Van Bortel. Om overdracht van het virus mogelijk te maken, moeten het virus en de tijgermug dan nog eens op hetzelfde moment op dezelfde plaats aanwezig zijn. Dat lukt eigenlijk alleen als de populatie van tijgermuggen groot genoeg is.

Initiatief Nationale Cel Leefmilieu-Gezondheid

Het ITG monitort al jarenlang exotische steekmuggen op enkele locaties en zet zijn activiteiten nu in heel België verder binnen het MEMO-project. Het project loopt drie jaar en wordt gefinancierd door de Vlaamse, Waalse, Brusselse en federale overheden, in het kader van NEHAP, het nationaal actieplan leefmilieu-gezondheid. Het ITG voert het project uit in samenwerking met het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) en Barcoding of Organisms and Tissues of Policy Concern (BopCo).